Eventually I dragged myself through this dark time (as you could read in part 4). The countdown of each week started on Monday, all the way to the weekend where I literally could drown myself in booze and excessive junkfood. I wanted to feel relief. I felt the need to run away, as hard and as fast as I could. I wanted to escape all the responsibilities, all the complaints of my clients, the candidates and my staff …

My energy was so low,…. I just couldn’t fight it anymore. My whole body was screaming ‘STOP’, but I just continued to work! I thought I was strong and not weak, fatigue was not in my rebellious Bible. But each night my tears made me fall a sleep. The pain in my body went beyond the familiar complaints and I knew that my physical limit had been reached.

My emotional deadline was reached and sirens brought me into the emergency room of the hospital and the doctors confirmed my stubbornness. My body was burned out, empty, fini! I felt my anger bubbling; ‘what nonsense! I’m young and failure is not an option. After some deliberation with my “innerself” I decided to pull out all the tubes that were put in my arms and I left the hospital pronto, I had to… Because I had to work!

Next week part 6

TRANSLATION IN DUTCH

Deel 5: I am on Fire!

Uiteindelijk sleepte ik mijzelf door deze loeizware periode (zoals je kon lezen in deel 4). Ik telde wekelijks af naar het weekend waar ik mij letterlijk en figuurlijk kon verdrinken in drank & overmatig voedsel consumeerde. Ik wilde soelaas voelen. Ik had de behoefte om weg te rennen, zo hard en zo snel ik kon. Vluchten zodat niemand mij zou kunnen vinden. De verantwoordelijkheid, het pleasen naar mijn klanten, kandidaten en personeel… Ik kon niet meer.

Mijn lichaam gaf signalen die ik de kop indrukte, fuck it! Ik ben sterk en niet zwak, oververmoeidheid staat niet in mijn rebelse bijbel. Doorgaan, knallen, presenteren, perfectioneren en overwinnen. Stalen muren wilde ik doorbreken en dus ging ik weer door.

De tranen bleven rollen, de pijn oversteeg het bekende en ik wist dat mijn lichamelijke grens nu bereikt was. Loeiende sirenes brachten mij binnen in de spoedafdeling van het ziekenhuisopname en de dokters bevestigde mijn koppigheid. Mijn lichaam was opgebrand, leeg, fini! Aan een bakster in het ziekenhuis voelde ik mijn woede borrelen; ‘wat een onzin! Ik ben jong en falen is geen optie’. Na enig beraad met mijn ‘innerlijke ik’ besloot ik de bakster uit mijn arm te trekken en het ziekenhuis pronto te verlaten, ik moest immers aan het werk!

Volgende week: deel 6